nr. 32 april 1986 f4,50 Bfrs 93
£=>
bobbV-ei
'on» ca
hifi-mixer | 10-kanaals mengpaneel i^i\
«Ü
«Ê
-p
WBÉZ?'
TH...
51 downloads
649 Views
62MB Size
Report
This content was uploaded by our users and we assume good faith they have the permission to share this book. If you own the copyright to this book and it is wrongfully on our website, we offer a simple DMCA procedure to remove your content from our site. Start by pressing the button below!
Report copyright / DMCA form
nr. 32 april 1986 f4,50 Bfrs 93
£=>
bobbV-ei
'on» ca
hifi-mixer | 10-kanaals mengpaneel i^i\
«Ü
«Ê
-p
WBÉZ?'
TH
biS>.
looplicht ^Ï , met "gasped
piekmeter koptelefoonversterker
L
U rirf'
ELEX 4 e jaargang nr. april 1986 ISSN 0167-7349 Uitgave van: Elektuur B V , Peter Treckpoelstr. 2-4, Beek (L) Telefoon: 04402-89444, Telex 56617 Korrespondentie-adres: Postbus 121, 6190 AC Beek (L) Kantoortijden: 8.30-12.00 en 12.30-16.00 uur Direkteur: J.W. Ridder Bourgognestraat 13, Beek (L)
Elex verschijnt rond de eerste van elke maand. Onder dezelfde naam wordt Elex ook in het Duits uitgegeven.
Auteursrecht: De auteursrechtelijke bescherming van Elex strekt zich mede uit tot de illustraties met inbegrip van de printed circuits, evenals tot de ontwerpen daarvoor. In verband met artikel 30 Rijksoktrooiwet mogen de in Elex opgenomen schakelingen slechts voor partikuliere of wetenschappelijke doeleinden vervaardigd worden en niet in of voor een bedrijf. Het toepassen van schakelingen geschiedt buiten de verantwoordelijkheid van de uitgeefster. De uitgeefster is niet verplicht ongevraagd ingezonden bijdragen, die zij niet voor publikatie aanvaardt, terug te zenden. Indien de uitgeefster een ingezonden bijdrage voor publikatie aanvaardt, is zij gerechtigd deze op haar kosten te (doen) bewerken; de uitgeefster is tevens gerechtigd een bijdrage te (doen) vertalen en voor haar andere uitgaven en aktiviteiten te gebruiken tegen de daarvoor bij de uitgeefster gebruikelijke vergoeding.
Nadrukrecht: Voor Duitsland: Elektor Verlag GmbH, 5100 Aken. © Uitgeversmaatschappij Elektuur B.V.-1986 Printed in the Netherlands Druk: NDB, Zoeterwoude
Internationaal hoofdredakteur/ chef ontwerp: K.S.M. Walraven Hoofdredakteur: P.E.L Kersemakers
Redaktie: J.F. van Rooij (eindred.), P.H.M. Baggen, I. Gombos (ass.)
Ontwerpafd. /laboratorium: J. Barendrecht, G.H.K. Dam, K. Diedrich, A.P.A. Sevriens, J.P.M. Steeman, M.J. Wijffels Redaktiesekretariaat: M.J.M. Lacroix G.W.P. Wijnen
lid NOTU, Nederlandse Organisatie van Tijdschrift- Uitgevers 4-02 -
elex
Elex-printen zijn verkrijgbaar in drie f o r m a t e n : formaat 1 (1/4 x euroformaat), 40 m m x 100 m m f 5 , - / B f r s . 99
Dokumentatie: P.J.H.G. Hogenboom Vormgeving/graf. prod.: G.B.S., Beek (L) Techn. illustraties: L.M. Martin Fotografie: J.M.A. Peters Abonnementen: T.H.H. Dewitte jaarabonnement Nederland België buitenland f 45,Bfrs. 930 f 61,50 Studie-abonnement f 3 6 , - (Bfrs. 744) Een abonnement kan op ieder gewenst tijdstip ingaan en loopt automatisch door, tenzij het 2 maanden voor de vervaldatum schriftelijk is opgezegd. De snelste en goedkoopste manier om een nieuw abonnement op te geven is die via de antwoordkaart in dit blad. Reeds verschenen nummers op aanvraag leverbaar (huidige losse nummerprijs geldt). Adreswijzigingen: s.v.p. minstens 3 weken van tevoren opgeven met vermelding van het oude en het nieuwe adres en abonnee-nummer. Commerciële zaken: H.J. Ulenberg Hoofd adv. -exploitatie E.A. Hengelmolen
vak InoWK
Voor het opbouwen van Elex-schakelingen hebben wij speciale printen ontworpen. We hebben niet gekozen voor een aparte print voor elke schakeling, maar voor een standaardprint. Deze standaardprint is zodanig van koperbanen en gaatjes voorzien dat ze zowel voor een eigen ontwerp als voor een uit Elex gebruikt kan worden. De gaatjes zijn volgens het genormaliseerde raster 2,54 mm (1/10 inch) geboord, zodat alle elektronica-onderdelen (weerstanden, kondensatoren, IC's, enz.) passen Door ervoor te zorgen dat je een paar Elexprinten in voorraad hebt, kun je meteen aan de slag als je een bepaalde schakeling wil bouwen. Er hoeven geen speciale, dure printen besteld te worden en je hoeft ook niet aan de gang met bakken etszuur om zelf een print te vervaardigen.
Advertenties: W.H.J. Peeters Advertentietarieven, nationaal en internationaal, op aanvraag.
(1/2 x euroformaat), 80 m m x 100 m m / 9,50/Bfrs. 187
(1/1 x euroformaat), 160 m m x 100 m m f 1 8 , - / B f r s . 355
Voor de "kursus DIGI-taal" is een experimenteerprint verkrijgbaar: digi-trainer, bestelnr. 83601 f 32,70/Bfrs. 644 Verzend- en administratiekosten f 3,50/Bfrs. 69 per bestelling. Elex-printen zijn in de meeste elektronica-zaken verkrijgbaar. Ze zijn ook rechtstreeks bij Elektuur BV. te bestellen d.m.v. de bestelkaart elders in dit blad, of tegen vooruitbetaling op giro 124.11.00 t.n.v. Elektuur B.V., Beek (L) (België: PCR 000-017-70.26.01) o.v.v. de desbetreffende print.
april 1986
DEZE MAAISID
inhoud zelfbouwprojekten piekmeter Een snelle meter, die de pieken in het muzieksignaal opspoort en zo voorkomt dat de tweeters de geest geven of de opname overstuurd raakt.
14 bij het omslag: binnenkort Het mei-nummer van Elex krijgt echt een heel gevarieerde inhoud. Zo wordt er o.a. aandacht besteed aan PCM-afstandsbesturing, het meten en testen van recorders en het opladen van nicadcellen. Maar ook voor de denksporten modeltreinliefhebbers hebben we iets aardigs in petto!
Een fraaie, kleurige omslagplaat deze maand, dat is zeker. Maar of de afgebeelde schakeling ook goed werkt...?
4 elextra 10 hifi-mixer — tienkanaalsmengpaneel 14 piekmeter — muziekpieken nu ook zichtbaar 18 komponententest met oscilloskoop 24 mamba — looplicht met "gaspedaal" 29 stroboskoop — lichtflitsen aan de lopende band 32 dummy-load — oftewel "kunstantenne" 34 koptelefoonversterker 32, walmkluis — een ludiek apparaat / f met een serieus tintje 40 diefstalbeveiliging
dB
hifi-mixer
3 \m< i# 0
Ruisarm mengpaneel, waarbij de bouwer zelf kan bepalen hoeveel kanalen hij wenst. Eenvoudig te bouwen en heel goedkoop.
informatie, praktische tips
1
I ^BP 3
10
•6 i |fe & 12 ft '24
mamba Dit nieuwe, swingende looplicht is uitgerust met een "gaspedaal" om de loopsnelheid van de lampjes te regelen.
24 uitslag fotowedstrijd De jurering van de meer dan 400 inzendingen voor de "Fototronicawedstrijd" was bepaald geen sinecure. In dit nummer de (langverwachte) uitslag.
13 marktinfo 17 kaleidoskoop 20 minischakeling — Darlingtonschakeling met 0,7 V drempelspanning 21 brom — hoe kom je er van af 27 gelijkrichter-kaskade — een hoogspanningsexperiment 31 marktinfo 33 marktinfo 43 netfilter — tegen schakelgeluiden op de radio 44 kaleidoskoop 47 'n tip 48 komponenten
grondbeginselen hoe zit dat? — over watervallen en spanningsverdubbelaars 45 kursus ontwerpen deel 18
elex - 4-03
iamrPA\ Lezersservice
— Nog vragen of opmerkingen over de inhoud van Elex? Schrijf gerust als er iets niet duidelijk is. Het antwoord volgt zo snel mogelijk. Er is één voor waarde: zend een voldoende gefrankeerde retour-enveloppe mee. Zet " T V " (technische vragen) op de brief en stuur deze naar: redaktie Elex, Postbus 121, 6190 AC Beek (L). — De Elex-redaktie staat altijd open voor meningen, wensen of nieuwtjes van lezers. In de rubriek "Postbus 121" worden interessante kommentaren en aanvullingen op oudere artikelen gepubliceerd. Zet " L P " op de brief. — Elex-printen zijn verkrijgbaar bij de uitgever van Elex en bij de betere elektronica-onderdelenhandelaar.
p = (pico ) 10 miljoenste van een miljoenste n = (nano) = 10~9 = een miljardste H = (micro) = 10~6 = een miljoenste m = (milli) = 10 3 = een duizendste k = (kilo) = 103 = duizend M = (Mega) = 106 = miljoen G = (Giga) = 109 = miljard
Het voorvoegsel vervangt in Elex niet alleen een aantal nullen vóór of achter de komma maar ook de komma zélf: op de plaats van de komma komt het voorvoegsel te staan. Een paar voorbeelden: Weerstanden: 3k9 = 3,9 kQ = 3900 Q 6M8 = 6,8 MQ = 6800000 Q 0Q33 = 0,33 Q Kondensatoren: 4p7 = 4,7 pF = 0,000 000 000 0047 F 5n6 = 5,6 nF = 0,000 000 0056 F 4M7 = 4,7 MF = 0,000 0047 F De voorvoegsels worden overigens óók gebruikt voor de afkorting van andere soorten hoeveelheden. Een frekwentie van 10,7 MHz wil zeggen: 10 700 000 Hz, dus 10 700 000 trillingen per sekonde.
Bouwbeschrijvingen
Schema's Symbolen In sommige gevallen, met name bij logische poorten, wijken de gebruikte schema-symbolen af van officiële teken-afspraken (DIN.NEN). De schema's worden namelijk in vele landen gepubliceerd. Logische poorten zijn op z'n Amerikaans getekend. In de poorten zijn de volgens NEN en DIN gebruikelijke tekens "Er", " > 1 " , " 1 " of " = 1" genoteerd. Daardoor blijven de tekeningen internationaal bruikbaar en blijft de aansluiting op de in het elektronica-onderwijs toegepaste officiële tekenmethoden gehandhaafd. Voor een overzicht van symbolen: zie het artikel Komponenten, achterin dit nummer. Hoeveel ohm en hoeveel farad? Bij grote of kleine weerstanden en kondensatoren wordt de waarde verkort weergegeven met behulp van één van de volgende voorvoegsels: 4-04 — elex
Elex-schakelingen zijn klein, ongekompliceerd en betrekkelijk gemakkelijk te begrijpen. Er zijn speciale Elex-printen voor ontwikkeld, in drie formaten: Maat 1 4 cm x 10 cm Maat 2 8 cm x 10 cm Maat 4 16 cm x 10 cm (Europa-formaat) Bij iedere bouwbeschrijving hoort een plattegrond (komponentenopstelling), aan de hand waarvan de onderdelen op de print worden geplaatst en aansluitingen en eventuele resterende doorverbindingen worden gerealiseerd. Een plattegrond geeft de opgebouwde schakeling in bovenaanzicht weer. De zich op de onderkant (soldeerzijde) van de print bevindende koperbanen zijn in de plattegrond dun gedrukt. Soms is voor de bouw van een schakeling slechts een gedeelte van een Elex-print nodig. Het niet gebruikte gedeelte kan men met een figuurzaag langs een gatenrij afzagen. Onderdelen Elex-schakelingen bevatten doorgaans uitsluitend standaard-onderdelen, die goed
Over het lezen van Elex, het bouwen van Elex-schakelingen en over wat Elex nog méér voor de lezer betekenen kan.
verkrijgbaar zijn. En bovendien betrekkelijk goedkoop! Ga daarom niet bezuinigen op de aanschaf door het kopen van grote partijen onderdelen (bijvoorbeeld weerstanden per kilo of "anonieme", ongestempelde transistoren). Goedkoop is vaak duurkoop! Tenzij anders aangegeven worden %-watt-weerstanden gebruikt.
Solderen De tien soldeer-geboden. 1. Ideaal is een 15 a 30 watt-soldeerbout met een rechte 2 mm brede "longlife" punt. 2. Gebruik soldeertin, samengesteld uit 60% tin en 40% lood, bij voorkeur met 1 mm doorsnede en met een kern van vloeimiddel. Gebruik geen soldeermiddelen zoals soldeerwater, -vet of -pasta. 3. Bevestig vóór het solderen alle onderdelen stevig op de print. Verbuig daartoe de uit de bevestigingsgaten stekende aansluitdraden. Zet de soldeerbout aan en maak de punt schoon met een vochtig doekje of sponsje. 4. Verhit de beide metalen delen die aan elkaar gesoldeerd moeten worden, bijvoorbeeld een koperbaan en een aansluitdraad, met de soldeerbout. Voeg vervolgens soldeertin toe. Het tin moet vloeien, zich dus verspreiden over het gebied waar de te solderen delen elkaar raken. Haal 1 a 2 sekonden later de bout weg. Tijdens het afkoelen van de soldeerverbinding mogen de twee delen niet ten opzichte van elkaar bewegen. Anders opnieuw verhitten. 5. Een goede soldeerlas ziet er uit als een bergje met een rondom holle helling. 6. Kopersporen en onderdelen, met name halfgeleiders, mogen niet te warm worden. Zorg desnoods voor extra koeling door de te solderen aansluitdraad met een pincet vast te houden. 7. Knip uit de soldeerlas stekende aansluitdraden af met een scherpe zijkniptang. Pas op voor rondvliegende stukjes draad! 8. Zet de soldeerbout uit na het solderen en tijdens onderbrekingen die langer dan een kwartier duren. 9. Moet er soldeertin worden verwijderd? Maak dan gebruik van zg. zuiglitze. Verhit het te verwijderen tin met de soldeerbout. Houd het uiteinde van de litze bij het tin. De litze "zuigt" het tin nu op. 10. Oefening baart kunst. Weerstanden of stukjes draad zijn
zeer geschikt als oefenmateriaal.
Foutzoeken Doet de schakeling het niet meteen? Geen paniek! Nagenoeg alle fouten zijn snel op te sporen bij een systematisch onderzoek. Kontroleer allereerst de opgebouwde schakeling: — Zitten de juiste onderdelen op de juiste plaats? Kijk of de onderdelenwaarden en typenummers kloppen. — Zitten de onderdelen niet verkeerd om? Zijn de voedingsspanningsaansluitingen niet verwisseld? — Zijn de aansluitingen van halfgeleiders korrekt? Heeft u de onderdelenplattegrond misschien opgevat als het onderaanzicht van de schakeling, in plaats van het boven-aanzicht? — Is alles goed gesoldeerd? Een goede soldeerverbinding is ook in mechanisch opzicht stevig.
Netspanning Isoleer netspanningsleidingen zodanig dat er bij een gesloten kast geen aanraakgevaar bestaat. Alle van buiten bereikbare metalen delen moeten zijn geaard. * De netkabel moet met een trekontlastingsbeugel of -doorvoer aan de kast zijn bevestigd. * De drie aders van de netkabel moeten mechanisch stevig zijn bevestigd. (Alléén een soldeerverbinding is onvoldoende!). * De aarddraad moet langer zijn dan de twee andere draden. Bij onverhoopt lostrekken van de netkabel blijft de aardverbinding dan het langst gehandhaafd. * Houd ongeïsoleerde netspanningsvoerende draden of soldeerpunten minstens 3 mm van andere draden of soldeerpunten verwijderd. * Verwijder de netsteker uit het stopkontakt vóór het verrichten van werkzaamheden aan het apparaat. Uitschakelen alleen is niet voldoende! * Kontroleer de drie netspanningsaansluitingen op onderbrekingen en onderlinge kortsluitingen. * Bevestig bij het meten aan netspanningsvoerende delen van een schakeling éérst de meetsnoeren met behulp van geïsoleerde meetklemmen; steek daarna pas de steker in het stopkontakt. * Zorg er bij het meten aan het laagspanningsgedeelte van een schakeling voor dat de netspanningsvoerende delen geïsoleerd zijn.
li:ZITDAT? Hoewel trouwe Elex-lezers intussen aardig thuis zullen zijn in het elektronica-vakjargon, zullen ze zo nu en dan onvermijdelijk op kreten stuiten die ze nog nooit eerder gehoord hebben. Een "kaskade" of "kaskadeschakeling" is er daar een van. Vooral in beschrijvingen van TV's kom je die uitdrukking nogal eens tegen. Volgens het woordenboek is een kaskade een soort waterval — wat heeft dat met elektronica van doen? Wel, verder lezend in het woordenboek zien we dat een kaskade geen gewone waterval is, maar eentje waarbij het water trapsgewijze van rots tot rots valt. En juist dat woord "trapsgewijze" vormt de link met de elektronica, want in ons vak wordt met een kaskade een schakeling bedoeld welke bestaat uit meerdere trapsgewijze achter elkaar geschakelde stukjes. Al die stukjes samen vormen dan een spanningsverveelvoudiger, waarmee in een TV bijvoorbeeld een hoogspanning van 25.000 volt wordt opgewekt. Spanningen optransformeren zonder transformator — kan dat? Ja hoor! We hebben het er trouwens al eens eerder over gehad hoe je — ook zonder transformator — gelijkspanningen kunt opkrikken tot een hogere waarde: namelijk door die gelijkspanning met behulp van een multivibrator om te vormen tot een hoge wisselspanning en die vervolgens weer gelijk te richten. In een kaskade wordt weer een heel andere truuk toegepast. In wezen is een kaskade namelijk een gelijkrichterschakeling, met dien verstande dat deze zodanig is opgezet dat de gelijkspanning aan de uitgang hoger is dan de wisselspanning aan de ingang. Het aardige is dat de voor deze truuk benodigde schakeling ook nog ontzettend simpel is:
We zullen even snel de werking doornemen. Bij een negatieve halve golf (minpool boven en pluspool onder) wordt Cl net als bij een gewone gelijkrichter, via Dl opgeladen tot de topwaarde van de wisselspanning. Tot zover niets bijzonders. Wanneer bij de volgende halve periode echter de polariteit van de ingangsspanning wisselt, dan zal Dl gaan sperren. Over deze diode staat dan de kondensatorspanning van Cl plus de nieuwe ingangsspanning — bij elkaar geteld dus de dubbele spanning! Vervolgens gaat diode D2 geleiden, zodat nu kon-
densator C2 wordt opgeladen tot diezelfde dubbele spanning. De truuk zit hem dus in dit "tweetraps-systeem": eerst wordt Cl geladen en daarna zorgen Cl en de ingangsspanning samen voor het laden van C2. Wil men de spanning verder verhogen, dan kan men de schakeling simpelweg uitbreiden met nog een trap:
Nu hebben we een spanningsverdrievoudiger. Tot en met C2 werkt de schakeling hetzelfde als de verdubbelaar van daarnet. Bij de volgende halve periode (weer een negatieve) zal D2 sperren en zullen D3 en Dl geleiden. Daarmee komt C3 parallel aan C2 te liggen, zodat C3 wordt opgeladen tot een spanning ter grootte van die over C2 plus de ingangsspanning. De verveelvoudiger kan naar believen worden uitgebreid. Elke keer komt er een diode en een kondensator bij:
Hoewel. . .dat "naar believen" moet ook weer niet al te letterlijk worden genomen. Theoretisch klopt dat natuurlijk wel, maar in de praktijk ligt bij een faktor acht zo'n beetje de grens. Hoe verder we namelijk gaan verveelvoudigen, des te minder stroom levert de kaskade en des te hogere kapaciteiten er moeten worden gebruikt. Op een gegeven moment wordt zo'n kaskade dus nog omvangrijker dan een flinke hoogspanningstrafo! In een TV maakt men voor de hoogspanningsopwekking meestal gebruik van een kombinatie van een trafo en een kaskadeschakeling. Omdat het rechtstreeks optransformeren van de netspanning tot 25kV nogal wat problemen met zich meebrengt, gaat men met de trafo met verder dan 8 kV, waarna deze spanning met een kaskadeschakeling wordt verdrievoudigd. elex -
4-09
tienkanaals-mengpaneel van hifi-kwaliteit Wat dacht u van een mengpaneel waarop u werkelijk alles kunt aansluiten wat u aan hifi in huis hebt? En wat zou u zeggen als bovendien de ruis wat minder is dan bij de mengpanelen die voor rond de 100 gulden verkocht worden? En als dan ook de prijs nog iets gunstiger ligt? Ja? Maak dan de soldeerbout maar vast warm! In onze reeks a u d i o a p p a raten voor d e zelfbouwer onderscheidt dit mengpaneel zich door zijn flexibele opzet. De bouwer kan namelijk zelf bepalen hoeveel kanalen hij wenst. Of het nu gaat om vijf, tien of misschien wel vijftien kanalen — de uitbreidingsmogelijkheden zijn vrijwel onbeperkt. Bovendien vereist een uitgebreide versie nauwelijks meer elektronic a d a n de eenvoudigste uitvoering met twee kanalen: per kanaal komen er gewoon een potentiometer en een weerstand bij; dat is alles. En on- • danks de eenvoudige a a n p a k hoeft men zich over d e kwaliteit geen zorgen te maken, want ook met standaardonderdelen kan een ruisarme mengschakeling worden gerealiseerd die zonder meer geschikt is voor hifitoepassingen. Dat resultaat wordt bereikt dankzij het uitgekiende principe.
Principe Een mengpaneel moet in staat zijn meerdere LFsignalen te mengen, in een verhouding die met behulp van potentiometers kan worden ingesteld. In de elektronica kunnen signalen worden g e m e n g d door ze bij elkaar o p te tellen. Daarom bestaat het eenvoudigste mengpaneel (voor twee kanalen) uit twee potentiometers 4-10 -
elex
waarvan de loper-signalen worden toegevoerd a a n een optelschakeling. Maar d a n moeten we natuurlijk ook weten hoe die optelschakeling er uit ziet. Het is bijvoorbeeld niet voldoende d e spanningen o p d e lopers van de potentiometers met behulp van weerstanden samen te voegen en vervolgens te versterken. In dat geval zal namelijk de stand van d e ene potentiometer de
grootte van de spanning o p d e loper van de andere potentiometer beïnvloeden (en omgekeerd). Als men wil voorkomen dat te mengen signaalspanningen elkaar onderling beïnvloeden, moet een tegengekoppelde, inverterende versterker worden toegepast (figuur 1). De versterker A, die met behulp van R3 wordt tegengekoppeld, zal voortdurend trachten de span-
ning op zijn ingang konstant te houden. Dat werkt als volgt: Stel dat o p de loper van P1 een positieve spanning aanwezig is. We zouden nu verwachten dat deze via R1 o p de ingang van A belandt. Zodra A echter "merkt" dat d e spanning op zijn ingang enigszins wil stijgen, zal zijn uitgangsspanning snel g a a n dalen, en wel zoveel, dat de spanning o p het knooppunt van R1 en R3 (tevens de ingang van A) zijn oorspronkelijke waard e behoudt. Dit principe werkt natuurlijk ook als de spanning o p d e loper van P1 negatief wordt; het enige verschil is, dat d a n d e uitgangsspanning van A met een overeenkomstige waarde zal stijgen. Deze eigenschap heeft tot gevolg dat d e ingangsspanning van de versterker vrijwel niet verandert, ongeacht de stand van de potentiometers. De ing a n g van A gedraagt zich voor de signalen als een kortsluiting naar massa. Door R1 en R2 vloeien daarom stromen waarvan de grootte overeenkomt met de signaalspanning op d e desbetreffende potentiometer. Deze stromen vloeien echter niet van R1 naar R2 of omgekeerd: door d e nivellerende werking van d e spanningsveranderingen a a n de uitg a n g van A, vloeien de stromen gezamenlijk door
Rx
R1
o
470k]
SOk
lin 10|i C1 100 n
Hh
R3. De spanningsvorm a a n d e uitgang van A is d e "gemengde" uitgangsspanning. Bovendien is het interessant dat de versterking van A wordt b e p a a l d door de verhouding van d e weerstanden R1 en R3 (respektievelijk R2 en R3). Men kan het aantal kanalen naar wens uitbreiden door de signaalspanning van elk toegevoegd kanaal via een extra potentiometer en een afzonderlijke weerstand toe te voeren a a n de ing a n g van A (het zogeheten "virtuele massapunt").
„17
D.W---WV 1N4001
5...9V C2|
% U B , lie tekst
De praktijk De praktijk is natuurlijk iets ingewikkelder d a n het principe, maar niet echt veel. In figuur 3 vallen de toegevoegde potentiometers en de bijbehorende verzamelweerstanden het meeste op. De versterker is o p g e b o u w d met behulp van diskrete transistoren. Door af te zien van opamps wordt bereikt dat het mengpaneel bijna niet ruist en dat d e ingangssignalen met een zo gering mogelijke vervorming a a n de uitgang verschijnen. De specifikaties van deze vijftransistorschakeling: frekwentiebereik van 20 Hz tot 50 kHz, —1 dB; harmonische vervorming bij Uuit = 800 mV slechts 0,05% en bij 1,1 V slechts 0,1% (belastingsweerstand: 560 Q); sig-
L metaalf ilmweerstand
^®
F/guur 1. Het principeschema van een mengpaneel in zijn eenvoudigste uitvoering. Figuur 2. Deze vereenvoudigde weergave van het schema uit figuur 3 toont hoe de schakeling werkt. Figuur 3. Het volledige schema. Iets gekompliceerder, maar niet veel. elex — 4-11
naai/ruisverhouding beter d a n 80 dB Omdat figuur 3 er misschien wat afschrikwekkend uitziet, kijken we eerst naar het vereenvoud i g d e schema van figuur 2. De vijf transistoren kunnen we opvatten als een enkele transistor: T l Deze werkt in geaarde emitterschakeling (de emitter ligt a a n massa, en is tevens d e signaalmassa). De weerstand R12 zorgt voor de tegenkoppeling en bepaalt samen met d e verzamelweerstanden d e versterking. Bovendien dient R12 samen met R11 en P11 voor d e instelling van het werkpunt. Omdat het versterkte signaal niet m a g "vastlopen" tegen de voedingsspanning of d e massa (wat begrenzing geeft en dus vervorming), moet de koliektor van T1 ongeveer o p de halve voedingsspanning liggen. Bij 12 V moet de kollektorspanning dus rond d e 6 V liggen, en deze wordt ingesteld met behulp van P11. Het signaal wordt overigens niet ongunstig beïnvloed door P11 en R11. R11 ligt immers a a n de basis van T1, welke overeenkomt met de ing a n g van de inverterende versterker A in figuur 1. Zoals reeds gezegd, is op dit punt vrijwel geen signaalspanning aanwezig, zodat een weerstand hier weinig kwaad kan. Hij ligt tussen het virtuele massapunt en de werkelijke massa van d e schakeling. In figuur 3 hebben T2, T4 en T5 tot taak de kollektorstroom van T1 te versterken. T3 vormt samen met D1, D2 en R14 een konstante stroombron waarvan de stroom 2 mA bedraagt. De inwendige weerstand van de stroombron, die in figuur 2 door Rx wordt voorgesteld, is buitengewoon hoog, en dit heeft tot gevolg dat de vervorming van het signaal o p d e koliektor van T1 gering blijft. T4, T5, R15, R16 en D 3 . . . D5 vormen een zogeheten komplementaire eindtrap met klasse-A instelling, en ook deze schakeling staat bekend om zijn goede eigenschappen. Aan de uit4-12 -
elex
g a n g van d e eindtrap vinden we R19; deze zorgt er voor dat de schakeling onder alle omstandigheden kortsluitvast is.
Bouw en afregeling Omdat een mengpaneel meestal gebruikt wordt in kombinatie met stereoapparatuur, ligt het voor de hand dat men de schakeling in een dubbele uitvoering bouwt. Naar keuze kan men 2 standaardprinten van het formaat 2 toepassen, of een enkele print van het formaat 4. Men dient van tevoren te overwegen hoeveel kanalen men nod i g denkt te hebben. Als men bijvoorbeeld wil volstaan met vijf kanalen, monteert men R1. .. R5, maar R6. . .R10 kunnen worden weggelaten. Na d e montage brengt men de print(en) onder in een kast die bij voorkeur van metaal moet zijn en voorzien is van een schuin bedieningspaneel. De netvoeding moet een spanning leveren die tussen 10 en 18 V ligt, bij een stroom van minimaal 50 mA. Hoewel het in principe mogelijk is ook de voeding in d e kast onder te brengen, voldoet een
Onderdelenlijst R 1 . . . R 1 0 = 470 k ö , metaalfilm* R11 = 220 k ö , metaalfilm* R12 = 1 MQ, metaalfilm* R13 = 27 kQ R14 = 8,2 kQ R15,R16 = 18 Q R17 = 47 Q R18 = 330 Q R19 = 560 Q P 1 . . . P 1 0 = 50 k ö , schuifpotentiometer, lineair, desgewenst stereo P11 = 5 0 0 k S , instelpotentiometer C1 = 100 nF C2 = 1 0 ^ F / 1 6 V C3 = 1000 ^F/25 V D 1 . . . D 5 = 1N4148 D6 = 1N4001 T1 = BF494B T2,T5 = BC560C T3 = BF451 T4 = BC550C Diversen: Knoppen voor schuifpotentiometers Schuine kast, metaal Netvoeding, 10. . .18 V / 50 mA Chassisdelen voor in- en uitgangen 1 standaardprint formaat 2 * Kosten: (10 stereo-kanalen, zonder "diversen")
ca.
f75,-
* zie tekst
kant en klare stekervoeding beter. (Een type van 9 V is desnoods ook nog bruikbaar, maar in dat geval moet men wel een extra bufferelko toevoegen van 1000 ^ / 1 6 V.) Gebruik een 3,5 mm mini-jack voor de verbinding tussen voeding en schakeling. Verder heeft men per kanaal een stereo-schuifpotentiometer nodig. Nadat het bedieningspaneel voorzien is van een overeenkomstig aantal passende sleuven, monteert men de potmeters tegen de onderzijde van het paneel. De foto van ons g e o p e n d e proefmodel geeft een globale indruk van de potentiometer-bedrading. Nadat men d e potentiometers heeft vastgeschroefd, legt men een blanke d r a a d langs de onderste aansluitingen (deze bevinden zich a a n de zijde die overeenkomt met de nulstand van de regelaars). Nadat deze d r a a d op alle punten is vastgesoldeerd, wordt hij verbonden met de massaaansluiting van één van beide prints. De middelste aansluitingen van de potentiometers worden verbonden met d e aansluitingen van de overeenkomstige verzamelweerstanden (R1.. .R10). Let er o p dat men hiervoor bij elke stereo-potentiometer twee draden nodig heeft: d e ene voert naar de print voor het linkerkanaal, en de andere naar het rechterkanaal. De bovenste aansluitingen van de potentiometers worden rechtstreeks verbonden met de ingangs-chassisdelen. Of chassisdelen van het DIN-type worden gebruikt, of een andere soort, hangt af van d e overige apparatuur. De massa-aansluitingen van alle in- en uitgangschassisdelen worden met elkaar verbonden en vervolgens aangesloten o p de massa-aansluiting van één van beide prints. Als men gebruik maakt van een externe netvoeding is het niet beslist noodzakelijk dat men voor de bedrading in d e kast afgeschermde kabel toepast.
Het verdient overigens aanbeveling eerst het artikel "Brom" (elders in dit nummer) te lezen; daar vindt u een een aantal nuttige tips over d e juiste techniek van het bedraden.
Aansluiten Alle signaalbronnen met een zogeheten lijnuitgang, bijvoorbeeld recorders, CD-spelers, tuners en dergelijke, kunnen rechtstreeks worden aangesloten. De uitgangssignalen van een draaitafel of een mikrofoon zijn te zwak, en moeten dus eerst met behulp van een (korrektie)-
voorversterker o p lijnnivo worden gebracht. De b e n o d i g d e voorversterking verkrijgt men het gemakkelijkst als men beschikt over een geluidsinstallatie waarin de voorversterker en d e eindtrap als afzonderlijke komponenten zijn uitgevoerd. Voor wie het zonder deze luxe moet stellen, bestaat er gelukkig een uitstekend alternatief, maar in dat geval moet d e versterker wel voorzien zijn van een monitor-schakelaar. Als deze schakelaar wordt ingedrukt, zal de versterker altijd het signaal weergeven dat o p de tape-
%IA!iKT-INFG Digitalisering
in KTV's neemt
toe
ingang wordt aangeboden, ongeacht de stand van de signaalbron-kiezer. Als men dus d e uitgang van het mengpaneel verbindt met d e tape-ingang, zal na het indrukken van d e monitorschakelaar het g e m e n g d e signaal worden weergegeven. Wanneer we nu d e signaalbron-kiezer in de stand "phono" zetten, kunnen we het voorversterkte signaal van d e draaitafel afnemen via d e tape-uitgang, en het samen met de andere te mengen signalen toevoeren a a n het mengpaneel. Bij versterkers zonder monitor-schakelaar
g a a t deze vlieger niet op; het signaal van de draaitafel kan d a n uitsluitend a a n het mengpaneel worden toegevoerd als men gebruik maakt van een afzonderlijke MD-voorversterker. (Een geschikte MDen mikrofoon-voorversterker is te vinden in Elex nr. 21, mei 1985, pp. 14-15.)
In de Siemens kleurentelevisie FST 9177 wordt de digitale techniek nog meer d a n voorheen toegepast. Zo worden nu alle belangrijke groepen komponenten digitaal aangestuurd. Dit zogenaamde busgestuurde koncept kombineert alle voordelen van digitale signaalverwerking. Afgezien van de verbeterd e regeling van beeldkwaliteit, klankweergave en bediening, biedt het toestel meer mogelijkheden om het a a n te passen a a n d e te verwachten telekommunikatiediensten. Door het gebruik van meer IC- en digibridschakelingen, kon het aantal komponenten aanzienlijk worden verminderd. "Digibrids" vormen een kombinatie van o p de vrije markt verkrijgbare IContwerpen en AD-konverters o p hybride schakelingen. Door de "digibrids" wordt de beeldscherpte, beeld- en kleurweergave en de HiR-stereo geluidskwaliteit voortdurend bewaakt. Men heeft een nog beter oplossend vermogen kunnen bereiken door een grotere video-bandbreedte en door scherpere overgangen tussen de kleuren.
— Rechtstreekse kanaalkeuze (99 kanalen) via frekwentiesynthese; — LED-display dat het programma, het kanaal en d e instelling weergeeft van helderheid, kleursterkte, geluidsvolume, balans, hoge en lage tonen; — Nieuwe infrarood-afstandsbediening. De uitvoering dient kanaalkeuze en programmering, beelden geluidsinstelling en teletekst. Extra insteekbussen voor andere telediensten. Kanaal- en programmakeuze via een kalkulatortoetsenbord; — Een toetsenbord met "service-mode" voor het instellen van de belangrijke chassisfunkties, zoals beeldhoogte, beeldpositie, horizontale en vertikale instelling.
Bedieningsapparatuur: — 42 Geheugenplaatsen voor programma's, waarvan drie voor aansluiting o p AV-apparatuur;
Uitbreidingsmogelijkheden voor het chassis: — Secam-konverter (OostEuropa) kan worden ingestoken; — Teletekst-hulpschakeling kan worden ingestoken voor de talen Duits/Italiaans/ Frans (standaard in de VT-toestellen); voor twee pagina's met uitbreiding tot acht pagina's, waarvan twee als hulpmiddel voor de bediener; — Tekstdekoder (CEPT) kan worden ingestoken. De adviesprijs van de kleurentelevisie FST 9177, bedraagt f 2.598,-. Bron: Siemens, Den Haag (X249 M) elex - 4-13
piekmeter muziekpieken nu ook zichtbaar Als na een verjaardagsfeestje de muziek uit de luidsprekers beduidend doffer klinkt, of als een cassette-opname in vergelijking met de grammofoonplaat een rafelig geluid laat horen, wordt het tijd dat men wat beter let op de piekwaarden van het muzieksignaal. Met een piekmeter spoort u de pieken op voordat de tweeters het begeven of de opname overstuurd raakt. In elektrisch opzicht is muziek een bijzonder komplex signaal. Wie wel eens geprobeerd heeft met een multimeter de sterkte van een muzieksignaal te meten, zal dit kunnen beamen: de meter geeft voortdurend iets anders aan, en van een bruikbaar meetresultaat is d a n ook geen sprake. Met behulp van een oscilloskoop kunnen we de vorm van een dergelijk signaal veel beter bestuderen. Figuur 1 toont het verloop van de spanning ten opzichte van de tijd bij een g e m i d d e l d muzieksignaal. Uit de foto blijkt duidelijk wat voor een dergelijk signaal karakteristiek is: de pieken van de golfvorm liggen weliswaar vrij ver uit elkaar, maar ze bereiken een topwaarde die een veelvoud is van de doorsnee-amplitude Nu moet u zich even voorstellen dat u d e versterker zo ver hebt uitgestuurd, dat d e signaalpieken niet meer korrekt worden weergegeven. Dit verschijnsel zal zich voordoen wanneer de weergave van de pieken een uitgangsspanning vereist die hoger is d a n d e voedingsspanning. Omdat de uitgangsspanning van een versterker nooit hoger kan wor4-14 — elex
den dan d e voedingsspanning, zullen in dat geval de toppen van de signaalpieken worden afgesneden. Het gevolg is dat d e muziek met een rafelige klank wordt weergegeven, en in extreme
gevallen zal er sprake zijn van ernstige vervorming. Een soortgelijk verschijnsel doet zich voor wanneer men bij het maken van een b a n d o p n a m e de oversturingsgrens passeert. De magnetische deeltjes
o p de b a n d laten zich namelijk slechts tot een bep a a l d e sterkte magnetiseren (trefwoord: bandverzadiging). Boven dat nivo kan de magnetisering niet meer toenemen, ook niet als d e opnamekop een nog sterker magneetveld produceert. Het weergeven van een overstuurde o p n a m e biedt weinig luistergenoegen, maar het is niet gevaarlijk. Anders is het, wanneer men een versterker overstuurt, want in dat geval kunnen d e tweeters in de luidsprekerboxen worden opgeblazen. Een afgesneden signaalpiek ziet er niet alleen uit als een rechthoeksignaal, maar gedraagt zich ook zo. Als we het geluidsspektrum van rechthoekimpulsen analyseren, blijkt dat deze bestaan uit een grondtoon en een relatief groot aantal zogeheten boventonen. Het scheidingsfilter in de luidspreker zorgt er voor dat dit hele pakket boventonen uitsluitend a a n de tweeter wordt toegevoerd. De belastbaarheid van de tweeter is echter beperkt: in een drieweg-systeem van 50 watt zal d e kontinue belastbaarheid van de tweeter meestal niet meer d a n 5 watt bedragen. Een versterker van 50 watt daarentegen, kan als
hij overstuurd wordt, zonder meer boventonen met een vermogen van 50 watt of zelfs nog meer produceren. Nu zal het de gemiddelde feestganger een zorg zijn of d e muziek enigszins vervormd wordt weergegeven, maar de tweeters zullen U deze mishandeling niet in dank afnemen.
Preventie Wie d e kwalijke gevolgen van oversturing wil vermijden, heeft een meetinstrument nodig dat zeer subtiel o p signaalpieken reageert; maar helaas is lang niet elke cassetterecorder voorzien van een betrouwbare piekmeter. Een uitsturingsindikator met wijzerinstrumenten is
voor dit doel al bij voorbaat ongeschikt. Een wijzerinstrument reageert namelijk zo traag, dat d e pieken in het geheel niet worden aangegeven; ook d e zogeheten VU-meters (VU = volume units) meten slechts de gemiddelde waarde, en bovendien vertoont d e aanwijzing enig doorschot. Echt betrouwbaar is alleen een piekmeter met LED's. Hoewel men in principe zou kunnen volstaan met een enkele LED, is de schakeling van figuur 2 uitgerust met niet minder d a n zeven LED's; zo ontstaat een werkelijk riantie indikatie.
De schakeling Het hart van onze piekme-
ter wordt gevormd door een komparatorschakeling met zeven trappen; deze bestaat uit d e versterkers A2. . .A8 en d e spanningsdeler R6. . .R12. Het bovenste einde van d e spanningsdeler (aan de zijde van R6) ligt a a n een g o e d gestabiliseerde en bromvrije referentiespanning van 5,6 V; deze wordt geleverd door d e schakeling rond IC1 en T l De verschillende spanningen die o p d e knooppunten van de delerketen aanwezig zijn, dienen telkens als referentiespanning voor een o p a m p De inverterende ingang ligt steeds a a n de referentiespanning; d e niet-inverterende ingangen zijn doorverbonden. Als nu bij een van d e opamps de spanning aan
d e niet-inverterende ing a n g kleiner wordt d a n d e spanning a a n de inverterende ingang, zal d e uitgangsspanning van de o p a m p gelijk worden a a n d e voedingsnul. Is d e spanning groter, dan bevindt de uitgang zich o p het nivo van d e voedingsspanning (15 V). Omdat elk van d e opamps a a n een andere referentiespanning ligt, hebben ze ieder een eigen omschakelpunt. Wanneer bijvoorbeeld over C5 een spanning van 1,5 V aanwezig is, zullen d e uitg a n g e n van A6, A7 en A8 o p 15 V liggen, en de uitg a n g e n van A2 tot en met A5 o p nul volt. De uitgangen van de opamps zijn verbonden met inverters die al naar g e l a n g d e
+15 V
0
l = 15mA
i
• © BC • •P16V
^»i6V
-ff-®
©
© IC2 C3
' 550C ,r\
[*
+18...30V
IC1* 7815
-GzD-
C2
oio*
B«»
/r\
f*-®
O^HDLF
+6 dB
—-0
°tk
0" •+
4V *R7
ce i
16 V
+3 dB
—ff
I
A-s
Blijft de vraag, waarom eigenlijk moet worden ontstoord of gefilterd. Wel, de netspanning heeft zelden die ideale sinusvorm die men voor ogen heeft, wanneer men aan wisselspanning denkt. Oorzaak hiervan zijn de verbruikers,
die geen gelijkmatige stroom trekken maar pulsgewijze stromen uit het net verlangen. Denk in dit geval eens a a n dimmers, die zo'n honderdmaal per sekonde "bruut" inschakelen o p een willekeurig punt van d e sinus. Dit heeft
plotselinge veranderingen in d e stroom tot gevolg en, omdat de leidingen van de 220V-huisinstallatie een b e p a a l d e weerstand hebben, ontstaan er erg snelle spanningsschommelingen. Storingen als gevolg van
L1
1
0
40(iH 3A
Pichtnet
P>
220W1/ Figuur 1. De opbouw van het filter is erg eenvoudig: alles wat men nodig heeft, zijn twee kondensatoren en twee kleine ringkernspoelen.
Cl
C2 ^ A belasting 470 n 400V
470n 400V
L2 1
uuuuuu 40|iH 3A
P 8S626 X
het in- en uitschakelen van koelkast of koffiezetapparaat ontstaan o p dezelfde manier en zijn vaak nog krachtiger. Komen deze spanningsschommelingen via d e netkabel in versterker of radio terecht, d a n hoort men een "klik" (koelkast) of een bromtoon (dimmer, stofzuiger). Andere hardnekkige bronnen van rustverstoring zijn d e huishoudelijke apparaten die door een elektromotor met koliektor worden aangedreven, zoals stofzuigers, snijmachines etc. Ook deze elektromotoren veroorzaken abrupte belastingsschommelingen en deels zelfs echte vonelex - 4-43
ken. Het resultaat: storingen en nog e'ens storingen.
Ontstoring
Figuur 2. De opbouw van het netfilter is een simpele aangelegenheid. Onderdelenlijst C1,C2 = 4 7 0 n F / 6 3 0 V = of 220 V ~ L1,L2 = 4 0 ( j H / 3 A ontstoorspoel (voor dimmers etc.) 1 pertinax-plaat met 2 x 4 soldeerlipjes Geschatte bouwkosten:
ca. f 15,-
ËS
/l
Een netfilter is eigenlijk niets anders d a n een blokkeerinrichting voor storingen. Het filter werkt echter niet uitsluitend in één richting. Men kan zowel a p p a raten beschermen tegen storingen uit het net, als ook voorkomen dat storingen — veroorzaakt door o p het net aangesloten apparaten — in dat net terechtkomen. In de praktijk ziet het filter er uit als in figuur 1 is aangegeven. Storingen zijn snelle schommelingen van de netspanning. Deze schommelingen kan men volgens een ingewikkelde wiskundige methode (Fourier-analyse) ook zien als d e som van verschillende hoogfrekwente sinusgolven. Zoals bekend, heeft een kondensator bij hoge frekwenties een lage
direkt afhankelijk van de maximaal toelaatbare stroom van d e spoelen. Gebruikt men spoelen voor 3 A, d a n kan men gerust apparaten tot 600 W aansluiten. In verband met d e voor dit doel (hoogfrekwent) niet geschikte eigenschappen, m a g voor d e bouw van het filter in geen geval gebruik worden gemaakt van een standaardprint. Het beste is om een plaatje pertinax te nemen met d a a r o p (zoals afgebeeld in figuur 2) twee rijen van 4 soldeerlipjes.
geldt natuurlijk ook voor geluid. Net zo belangrijk voor een g o e d e technische kwaliteit is d e b a n d , die voor origineel en duplikaat wordt gebruikt, want technische mankementen van het origineel worden o p d e kopie overgenomen en zijn niet te korrigeren. Dat geldt o p ieder punt: d e signaal/ruisverhouding van beeld- en kleursignaal, d e drop out-rate en het geluid.
kopie is daarom altijd groter d a n in het origineel. Wat d e signaal/ruisverhouding van beeld- en kleursignaal betreft kunt u aanhouden, dat deze bij elke keer kopiëren met 1,5 tot 2 dB vermindert. Als vuistregel geldt dat één dB ca. 10% van de signaal/ruisverhouding uitmaakt, zodat d e ruis in d e kopie met 15 tot 20% is toegenomen ten opzichte van het origineel. Dat geldt voor zowel beeld als geluid.
#
KALEDCSKCGI Vakantievideo dupliceren: Zijn kwaliteitsverliezen te voorkomen? Kwam men vroeger van d e wintersport terug met een stapel dia's om tijdens een gezellig avondje te vertonen a a n thuisgebleven familie en vrienden, v a n d a a g d e d a g maken, dankzij de technische ontwikkeling, steeds meer mensen vakantiereportages met bewegende beelden. Na filmen op Super-8 bestaat nu ook d e mogelijkheid van videograferen: beelden vastleggen met een handige portable videokamera. Thuis kunnen d e beelden d a n op het scherm worden getoond. En zoals van foto's afdrukjes kunnen worden gemaakt, kan ook d e videokassette worden gekopieerd. Om echter te voorkomen dat d e kopie niet meer is d a n een bleke afspiegeling van het 4-44 — elex
weerstand (korrekter: reaktantie of impedantie) en een spoel juist een hoge. Hoogfrekwente stoorgolven hebben echter vaak een veel hogere frekwentie d a n 50 Hz. Hierdoor worden d e storingen al a a n d e ingang door C1 bijna geheel kortgesloten. L1 en L2 hebben voor d e stoorgolven een erg hoge weerstand, terwijl deze erg l a a g is voor d e 50 Hz van het net. Het bereiken van C2 is dus voor stoorgolven al een groot probleem — voor d e netspanning vormen L1 en L2 daarentegen geen enkele belemmering. Tenslotte geeft C2 d e stoorgolven d e genadeslag, terwijl d e netspanning door C2 al net zo weinig wordt beïnvloed als door C l Het eindresultaat is al met al, dat de storing "in het filter achterblijft" en dat d e 50 Hz van het net zuiver te voorschijn komen a a n d e andere kant van het filter. Natuurlijk is het toelaatbare vermogen van het filter
origineel, moet met een aantal technische aspek-, ten rekening worden gehouden. In wezen kan het origineel o p elk video-systeem worden gekopieerd, of het originele systeem nu VHS, Betamax of V 2000 is. Bij d e vakhandel is een kopieerkabel verkrijgbaar waarmee niets mis kan gaan. Probleem blijft echter: welke kwaliteit kan men verwachten bij d e kopie? In principe g a a t bij kopiëren enige kwaliteit verloren. Het verlies kan echter tot e e n minimum worden beperkt. Om te beginnen moet het origineel van g o e d e kwaliteit zijn; dat geldt voor videografie net zo g o e d als voor opnemen van d e televisie. U kunt er van uitgaan dat live-uitzendingen altijd van betere kwaliteit zijn d a n opnamen — vooral belangrijk bij sportopnamen. En wat voor b e e l d geldt,
Ook voor d e kopie moet een zo g o e d mogelijke b a n d worden gebruikt, want vervorming van het origineel wordt o p d e kopie d u b b e l zo erg. Het in de videorecorder ingebouwde kompensatiemechanisme, vervangt een missende regel door de daarvoor gelezen regel, zodat het o o g d e storing niet bemerkt. Dit gaat echter niet o p bij een drop-out. Dit systeem kan niet elke drop-out kompenseren, zodat er nog genoeg overblijven. Het aantal drop-outs in d e
Gezien het voorgaande wordt duidelijk, waarom professionele kopieerbedrijven slechts gebruik maken van de technisch beste kwaliteit van het origineel, de 1" videoband. Maar voor "thuiswerkers" geldt hetzelfde principe: Hoe beter de b a n d die voor origineel en kopie wordt gebruikt, hoe geringer het kwaliteitsverlies. Bron: BASF Nederland
BV.
kursus ontwerpen
De kantelfrekwentie kan berekend worden met de waarden van de komponenten en de volgende formule: fk =
3~V^I
waarbij L in Henry, R in ohm en f in hertz uitgedrukt worden. Een rekenvoorbeeldje: We willen de kantelfrekwentie weten van een RL-netwerk, waarbij R = 220 ö en L = 1 H. fk =
deel 18
220 Hz = 35,01 Hz 2 • 3,14 • 1
Dit laagdoorlaatfilter is daarom dus geschikt voor het uitfilteren van "brom".
3 O—
In het vorige deel van deze kursus hebben we het gedrag van spoelen en kondensatoren met elkaar vergeleken: we hebben gezien dat ze zich tegengesteld gedragen. Dat is erg belangrijk om te onthouden, wanneer men de werking wil verklaren van een schakeling met een of meer spoelen. Bij een frekwentietoename neemt de wisselstroomweerstand van bijvoorbeeld een spoel toe, terwijl die van een kondensator afneemt. Dat figuur 1 een laagdoorlaatfilter voorstelt, kan men al konkluderen uit het feit dat de serieweerstand toeneemt als de frekwentie hoger wordt.
Heeft men te maken met gelijkspanning (frekwentie 0), dan kan de stroom (bijna) ongehinderd door de draad van de spoel lopen. Neemt de frekwentie echter toe, dan wordt de spoelweerstand steeds groter. Boven de zogenaamde kantelfrekwentie (grensfrekwentie) heeft de spoel een dermate hoge weerstand, dat er steeds minder spanning over de weerstand staat. Dit is goed te zien in de karakteristiek.
2
voeding zonder filtering
schakeling
O-
—o-
Daartoe moet de schakeling, die gevoed wordt, voortdurend minimaal net zoveel stroom opnemen als de weerstand van 220 Q. Het zou wel mogelijk zijn ook de weerstand van het oorspronkelijke RL-netwerk in te passen, maar deze zou alleen maar zinloos elektrische energie verstoken. Daarom en omdat een spoel (smoorspoel) van 1 H een nogal groot geval is, wordt deze methode van filtering tegenwoordig zelden gebruikt. Smoorspoelen treft men wel nog eens aan in schakelende voedingen die werken met aanzienlijk hogere frekwenties. Verwisselt men R en L in figuur 1, dan ontstaat een hoogdoorlaatfilter.
De overeenkomstige RC-schakeling had een laagdoorlaatfunktie Bij gelijk- en wisselstromen met een lage frekwentie sluit de spoel de uitgang van de schakeling kort. Bij hogere frekwenties krijgt de spoel echter een steeds grotere weerstand en wordt het hoogdoorlaatfilter "doorlatend". Hier ook het diagram.
5
Ooit i
m
U u it Ujn
laagdoorlaatfilter
i
i
hoogdoorlaatfilter
100%
71%
C1
t2
04
06
08
! fk
1
(>
1i 10
0 1
02
o4
06
!
0 .8 f
>
1
1 10
f/f k
• elex — 4-45
De kantelfrekwentie kan berekend worden volgens de eerder in dit artikel genoemde formule. Men kan aan de karakteristieken in de figuren 2 en 5 zien, dat de filterwerking van de RL-netwerkjes (en RCnetwerkjes die de zelfde karakteristieken hebben) niet echt is om over naar huis te schrijven. Het resultaat wordt al beter, wanneer men de weerstand vervangt door een kondensator.
waarde. LC-hoog- en IC-laagdoorlaatfilters worden vaak gebruikt als scheidingsfilter in luidsprekerboxen. Hier ziet u de schakeling van een tweeweg-scheidingsfilter.
8 L1
O
0
van de versterker
O
Hh
Links een LC-laagdoorlaatfilter, rechts een hoogdoorlaatfilter. In iedere tekening hebben we nog twee gestippelde weerstanden getekend, waardoor te herkennen is dat de schakelingen zijn afgeleid van steeds twee achterelkaargeschakelde RC- respektievelijk RL-filters De flanken van de filterdiagrammen zijn aanzienlijk steiler. Dat wil zeggen dat de frekwenties in het spergebied sterker gedempt worden.
7
De kantelfrekwenties van beide filters zijn gelijk, waardoor geen leemte in het overdrachtsgebied ontstaat. In een drieweg-kombinatie is een extra filter noodzakelijk voor het middengebied. Dat is eveneens een kombinatie van een laag- met een hoogdoorlaatfilter. De kantelfrekwenties liggen echter uit elkaar en in het midden ontstaat het doorlaatgebied.
Uuit 'U|n LC-iaagdoorlaatf titer l
71%
01
Uuit
02
04
m
0 5
1
0,
2
4
6
8
10
LC-hoogdoortaatfilter
1
De kantelfrekwenties voor tweeters en woofers vallen samen met de beide kantelfrekwenties voor squakers. De volgorde van d e L's en Cs m a g overigens gerust verwisseld worden. De laagdoorlaat- (links) en hoogdoorlaatfilters (rechts) in figuur 10 zijn weer afgeleid van RC- respektievelijk RLschakelingen.
71%
01
02
04
0 6 0.8
i fk
;
4
6
!
10
fk 85797X-
r
Flanksteilheden worden aangegeven in dB per oktaaf. LCfilters hebben 12 dB/oki, wat wil zeggen dat de uitgangsspanning daalt tot een vierde als de frekwentie in het spergebied verdubbeld wordt. Laagdoorlaatfilters werken natuurlijk tegengesteld: halve frekwentie — een vierde spanning. RC- respektievelijk RL-netwerken hebben 6dB/okt.: bij een dubbele respektievelijk een halve frekwentie daalt de spanning tot de helft van de vorige 4-46 -
elex
Kantelfrekwentie en filterwerking zijn hetzelfde als daarnet. De ingangsimpedantie van deze filters is zeer laag bij frekwenties in het spergebied. Bij een laagdoorlaatfilter sluit de kondensator hoogfrekwente ingangsspanningen kort, bij een hoogdoorlaatfilter doet de spoel dit voor de laagfrekwente Schakelt men identieke filters achter elkaar, dan wordt de filterwerking (cq. flanksteilheid) verder verhoogd. Daarbij kan men o p komponenten besparen door een handige rangschikking van de vier basisschakelingen (figuren 6 en 10).
Bij deze dubbele laagdoorlaatfilters werd een kondensator respektievelijk een spoel bespaard. Men spreekt van Tschakeling en n-schakeling (n = pi).
Het filter (LI, C3, C4) tussen de mengtrap en het eerste MFpiëzofilter in onze kortegolfontvanger van d e c '85 is een voorbeeld van een laagdoorlaat-n-filter. De grensfrekwenties worden berekend met de volgende formule: Figuur 12 loont een hoogdoorlaat-T-filter respektievelijk een hoogdoorlaat-n-filter. Dergelijke schakelingen worden vooral in de hoogfrekwenttechniek toegepast.
/Jl
f =
1
\a • c
(wordt vervolgd)
#
'N Til
Zou u zo voor de vuist weg kunnen vertellen waar men houders voor meetkabels kan kopen? Natuurlijk, er zijn wel enkele o p elektronicagebied gespecialiseerde postorderbedrijven die dit soort dingen verkopen. Horst Döscher, een van onze vaste Elex-lezers, vond die dingen echter veel te duur. Hij kocht in een elektriciteitszaak een stuk kabelgoot met inkepingen a a n de zijkant, zoals die ook gebruikt worden door elektriciens voor het leggen van draden in schakelpanelen. Hij zaagde a a n een kant de klemmen af en maakte de inkepingen a a n d e andere zijkant nog wat groter met een vijl en .. .klaar is het "kabelkapstokje". De houder kan eenvoudig a a n de muur bevestigd worden met de sleuven in de rugzijde van de kabelgoot.
Heeft u ook nog van dit soort praktische tips, die interressant zouden kunnen zijn voor andere elektronica-hobbyisten? Nuttige kleinigheden zijn erg in trek. Stuurt u ons gewoon uw zelfbedachte gereedschappen, komponenten, elementen etc. toe. Schrijf dan ook meteen een paar regeltjes over de wijze waarop u het gemaakt heeft of over de werking. Wanneer wij overgaan tot publlkatie, zal de postbode ook u een leuk bedankje van ons brengen.
Een echt nuttige tip die navolging verdient. De heer Döscher krijgt d a n ook een dezer d a g e n een bedankje van ons in de vorm van een tegoedbon t.w.v. f 25,-. elex — 4-47
KOliPONENlbh Weerstanden
Hoeveel o h m en hoeveel farad?
Meetwaarden
worden met R aangegeven. Door middel van gekleurde ringen is de waarde erop gedrukt. De kleur kode is als volgt:
Bij grote of kleine weerstanden en kondensatoren wordt de waarde verkort weergegeven met behulp van één van de volgende voorvoegsels:
Soms zijn in het schema of in de tekst meetwaarden aangegeven. Die meetwaarden dient men als richtwaarden op te vatten: de feitelijk gemeten spanningen en stromen mogen maximaal 10% van de richtwaarden afwijken. De metingen zijn verricht met een veel voorkomend type universeelmeter met een inwendige weerstand van 20 kQ/V.
1
1
1 1
1
j
ui
1
V
\
kleur zwart
Ie cyf er 2e ü - cijfer
\ -
bruin
ï
1
0
rood
2
2
00
oranje
3
3
000
geel
4
4
0000
groen
5
5
00000
blauw
6
6
000000
-
violet
7
7
grijs
8
8
wit
9
9
goud
-
-
zilver zonder
tolerantie in%
nullen
± 1% ±2%
(picol (nano) (micro) Imiffi) (kilo) (Mega) (Giga)
= = = = = = =
10"12 10"9 10"6 10"1 103 106 109
= = = = = = =
een miljoenste van een miljoenste een miljardste een miljoenste een duizendste duizend miljoen miljard
Het voorvoegsel vervangt in Elex niet alleen een aantal nullen vóór of achter de komma, maar ook de komma zélf: op de plaats van de komma komt het voorvoegsel te staan. Een paar voorbeelden: 3k9 = 3,9 kQ = 3900 Q 4(^7= 4,7 M F =? 0 000 0047 F
±0.5%
-
0
ingang uitgang massa chassis aan nul
zijn kleine ladingreservoirs. Ze worden met C aangeduid. Aangezien ze wel wisselspanning maar geen gelijkspanning doorlaten, worden ze daarnaast ook gebruikt voor het transporteren van wisselspanning. De hoeveelheid lading die ze kunnen bevatten, oftewel de kapaciteit, wordt in farad (F) gemeten. De waarden van gewone kondensatoren (keramische en folie-kondensatoren) liggen tussen 1 pF en 1 j/F, dus tussen
xO.01
± 10%
-
± 20%
Voorbeelden: bruin-rood-bruin-zilver: 120 Q 10% geel-violet-oranje-zilver: 47.000 Q = 47 kS 10% (in Elex-schema's: 47 k) bruin-groen-groen-goud: 1.500.000 S = 1,5 MQ 5 % (in Elex-schema's: 1M5) In Elex-schakelingen worden uitsluitend weerstanden gebruikt uit de zogeheten E12-reeks met een tolerantie van 10% (of 5%). Tenzij anders aangegeven worden % -watt-weerstanden gebruikt. Ze kosten ongeveer een dubbeltje.
F en F). De waarde is 1.000.000.000,000 1.000.000 op de kondensator vaak in de Elex-schrijfwijze aangegeven. Voorbeelden: 1n5 = 1,5 nF; ^03 = 0,03MF = 30 nF; 100 p (of n100 of n1) = 100 pF. De werkspanning van gewone kondensatoren moet minstens 2 0 % hoger zijn dan de voedingsspanning van de schakeling. De prijs is afhankelijk van de kapaciteit en van het materiaal waaruit de kondensator is opgebouwd: f 0,40 tot f 1,50.
lichtnet aarde draad (geleider)
verbindingen
r~
(
±5%
n B
B
•o
Potentiometers oftewel potmeters worden met P aangegeven. Het zijn speciale weerstanden met een verstelbaar sleepkontakt. Met dat sleepkontakt wordt een deel van de spanning die over de hele potmeter-weerstand staat, afgetakt. Met een schroevedraaier instelbare, zogenaamde instelpots, kosten ongeveer twee kwartjes: echte potmeters (met een as) zijn te koop vanaf ongeveer f 1,50.
kruising zonder verbinding
"2-
(eiko's) hebben een heel hoge kapaciteit (ruwweg tussen 1jjF en 10.000^F). Ze zijn echter wel gepolariseerd d.w.z. ze hebben een plus- en een minaansluiting, die niet verwisseld mogen worden. Bij tantaal-elko's (een heel klein type elko) is de plus altijd de langste van de twee aansluitdraden. De werkspanning van elektrolytische kondensatoren (eiko's) is in het schema en in de onderdelenlijst opgegeven. De prijs van eiko's hangt samen met de waarde en de spanning. Eentje van IOJJF/35 V kost zo rond f 0,40.
-B-
afgeschermde kabel
schakelaar (open)
_X
HF
Elektrolytische kondensatoren • t v * *. * . - * . « . Wt
Diverse tekensymbolen
Kondensatoren
-
xO.1
= = = = =
p n M m k M G
drukknop (open)
O
aansluiting (vast)
-f
aansluiting (losneembaar)
meetpunt
HE)
gelijkspanningsbron (batterij, akku) lichtgevoelige weerstand
temperatuurgevoelige weerstand
n
koptelefoon
luidspreker
spoel
Variabele kondensatoren instelpotmeter
Evenals bij weerstanden bestaan ook bij kondensatoren speciale instelbare uitvoeringen. Met een schroevedraaier instelbare " t r i m m e r s " kosten ca. f 1, —; variabele kondensatoren met een as zijn te koop vanaf ongeveer f 2,50.
't
spoel met kern
transformator
relais (kontakt in ruststand)
potentiometer (potmeter) draaispoelinstrument gloeilamp neonlampje
stereopotmeter
4-48 — elex
variabele kondensator
zekering
•_M I"
KOMRONENTEN Dioden
Transistors
Geïntegreerde schakelingen
aangeduid met D, zijn de eenvoudigste halfgeleiders en kunnen het beste worden vergeleken met elektronische éénrichtings-wegen of fietsventielen. Ze geleiden de stroom slechts in één richting. Draai je ze o m , dan sperren ze. In doorlaatrichting valt er over de aansluitingen van een siliciumdiode een spanning van ca. 0,6 V (drempelspanning). De aansluitingen heten kathode (streepje in symbool) en anode. De kathode is meestal op het huisje van de diode aangegeven door middel van een gekleurde ring, een punt of een inkeping. Zijn de aansluitingen onbekend, dan kan de diode m.b.v. een lampje en een batterij worden getest. Het lampje brandt alleen als de diode is aangesloten in de getekende richting.
zijn net als dioden en LED's halfgeleiders. Ze hebben drie aansluitingen: basis, emitter en koliektor. Er zijn NPN- en PNP-transistors. Bij NPN-transistors ligt de emitter altijd aan een negatievere spanning dan de koliektor, bij PN P-typen is dat precies andersom.
meestal afgekort tot "IC's", bestaan tegenwoordig in zoveel varianten, dat er nauwelijks iets in het algemeen over te zeggen valt. De meeste IC's zijn ondergebracht in een DIL-behuizing (dual-in-line): de bekende zwarte "kevertjes" met twee rijen pootjes. Vaak staan die pootjes trouwens iets te ver uit elkaar en moeten ze (voorzichtig!) wat worden bijgebogen, wil het IC in het voetje passen. Om vergissingen te voorkomen is pen 1 op het IC altijd gemerkt met een punt of een inkeping o.i.d.
Een kleine stroom die van basis naar emitter loopt, veroorzaakt een (veel) grotere stroom tussen koliektor en emitter. Daarom zeggen we dat de transistor de basisstroom "versterkt" (stroomversterking). Transistors zijn vandaag de dag de belangrijkste basiselementen in versterkerschakelingen.
j-0-0—
t©De belangrijkste technische gegevens van een diode zijn de sperspanning en de maximale stroom in doorlaatrichting. In Elex worden hoofdzakelijk twee typen gebruikt: 1N4148 (sperspanning 75 V, doorlaatstroom 75 m A ) , prijs ca. f 0,15. 1N4001 (sperspanning 50 V, doorlaatstroom 1 A ) , prijs ca. f 0,25.
In onze schakelingen worden de typen BC 547 (NPN) en BC 557 (PNP) het vaakst gebruikt. Deze twee hebben dezelfde aansluitingen. In de meeste schakelingen kan men in plaats van de BC 547 en BC 557 ook andere typen gebruiken met ongeveer dezelfde eigenschappen: NPN: BC 548, BC 549, BC 107 (108, 109), BC 237
(238, 239) PNP: BC 558, BC 559, BC 177 (178, 179fc BC 251 (252, 253). De prijs van al deze typen ligt rond f 0,40.
Zenerdiode is een diode die in sperrichting boven een bepaalde spanning (de zenerspanning) niet meer spert. Deze diode slaat dus door zonder daarbij defekt te raken. De spanning die over de diode staat, blijft vrij konstant. Ze zijn verkrijgbaar voor verschillende spanningen (en vermogens). Prijs: vanaf f 0,25.
LED's (light emitting diodes) zijn in een doorzichtige behuizing ondergebrachte dioden, die oplichten als er stroom door loopt. De spanning over deze dioden bedraagt geen 0,6 V, maar ligt afhankelijk van het type tussen 1,6 V en 2,4 V. De benodigde stroom bedraagt 15 a 25 m A . De kathode (streepje in symbool) herkent men aan het korte pootje. De goedkoopste LED's kosten zo ongeveer een kwartje.
•«
Fotodiode is eigenlijk een omgekeerde LED; in plaats van licht te geven ontvangt deze diode licht en levert een lichtafhankelijke stroom. Prijs: vanaf ca. f 2,50.
44^ Kapaciteitsdiode is een diode die, in sperrichting aangesloten, zich als een kondensator gedraagt. De kapaciteit van de kondensator is afhankelijk van de spanning over de diode: een spanningsafhankelijke kondensator dus. Prijs: vanaf ca. f 1, — .
^K^
Speciale transistoren zijn bijvoorbeeld de fototransitor en de FET. De fototransistor kan opgevat worden als een fotodiode met versterker. De FET is een transistor die met een spanning (dus geen stroom) in geleiding gebracht kan worden. Zo als er bij een transistor NPN- en PNP-typen zijn, zo kennen we bij FET's N- en P-kanaal-typen.
Indien een voorgeschreven type halfgeleider niet voorhanden is kan heel vaak gebruik worden gemaakt van een gelijkwaardig (ekwivalent) type. Geïntegreerde schakelingen (IC's) zijn vaak door verschillende fabrikanten van een in details afwijkend type-nummer voorzien. In schema's en onderdelenlijsten wordt uitsluitend het gemeenschappelijke hoofdgedeelte van het type-nummer weergegeven. Een voorbeeld. De operationele versterker, type 741, komt in de volgende "gedaanten" voor: M A 741, LM 741, MC 741, RM 741, SN 72741, enzovoorts. Elex-omschrijving: 741. Het verdient aanbeveling om IC's in IC-voeten te plaatsen (ze kunnen dan, indien nodig, makkelijk vervangen worden).
Symbolen In sommige gevallen, met name bij logische poorten, wijken de gebruikte schema-symbolen af van officiële teken-afspraken (DIN, NEN). De schema's worden namelijk in vele landen gepubliceerd. Logische poorten zijn op z'n Amerikaans getekend. In de poorten zijn de volgens NEN en DIN gebruikelijke tekens "Er", " > 1", " 1 " of " = 1 " genoteerd. Daardoor blijven de tekeningen internationaal bruikbaar èn blijft de aansluiting op de in het etektronica-onderwijs toegepaste officiële tekenmethoden gehandhaafd. Elex
NEN
operationele versterker (opamp)
TV •:o-
fototransistor (NPN) met en zonder basisaansluiting
A N D - p o o r t (EN-poort)
èf M N Kanaal J-FET
- N A N D - p o o r t (NEN-poort)
P-kanaal J-FET
Andere aktieve k o m p o n e n t e n zijn o.a. de thyristor, de diac en de triac. De thyristor is een diode die met een stuurstroom (gatestroom) in geleiding gebracht kan worden. De triac werkt als een thyristor, maar dan voor wisselstroom. De diac spert in beide richtingen maar komt boven een bepaalde spanning volledig in geleiding.
OR-poort (OF-poort)
1303•:Q-
- N O R - p o o r t (NOF-poort)
EXOR-poort (EX-OF-poortl
•+
EXNOR-poort (EX-NOF-poort)
elex — 4-49