nr. 35 juli 1986 f 4,50 Bfrs. 93
•ii r
pechflitser
i ff
il
opvallend lichtsignaal
ift / 1 31' F^"* 1
-f* i. f i
...
13 downloads
507 Views
80MB Size
Report
This content was uploaded by our users and we assume good faith they have the permission to share this book. If you own the copyright to this book and it is wrongfully on our website, we offer a simple DMCA procedure to remove your content from our site. Start by pressing the button below!
Report copyright / DMCA form
nr. 35 juli 1986 f 4,50 Bfrs. 93
•ii r
pechflitser
i ff
il
opvallend lichtsignaal
ift / 1 31' F^"* 1
-f* i. f i
&
UZI
o
instrumentklemmen monteert, zijn d e verbindingen het kortst. We hebben een relais-type gekozen waarvan de kontakten een lage overgangsweerstand hebben (verzilverd!). Andere relais met vergelijkbare specitikaties zijn ook bruikbaar: spoel 12 V, 160 Q (of meer), kontakten: 5 A. Wie een relais met vier kontakten heeft, kan deze twee a a n twee parallel schakelen; de overgangsweerstand wordt d a n nog lager, en daar gaat het om (het schakelvermogen van de kontakten is van minder belang). Figuur 1 geeft het bedradingsschema van d e inschakelvertraging en de versterker. Zoals blijkt uit de figuur, zijn de luidsprekeruitgangen elk voorzien van een parallelweerstand (1 kQ). Deze voorziening is bedoeld voor versterkers met een uitgangselko. Als regel wordt deze uitgangselko geladen via d e luidsprekers, wat een insc'hakelklik tot gevolg heeft. Dit ongewenste effekt wordt voorkomen door d e eiko's te laden via de weerstanden. Bij versterkers met een symmetrische voedingsspanning kunnen de
weerstanden worden weggelaten, maar als men niet precies weet hoe de voeding van de versterker is uitgevoerd, monteert men ze gewoon voor de zekerheid. Baat het niet d a n schaadt het niet. Het afregelen van P1 is eenvoudig: zet de loper tegen d e aanslag a a n de kant van de massa en schakel de versterker in. Draai vervolgens aan de potentiometer tot het relais juist aantrekt. Als de schakeling g o e d werkt, hoeft u zich over de levensduur van de boxen niet veel zorgen meer te maken.
I
o-reë—i—!
Onderdelenlijst R1 = R2.R5 R3 = R4 = R6,R7 R8 = P1 =
470 Q = 100 Q 47 kQ 1 MQ = 100 kQ 820 Q 5 kQ,
instelpotentiometer C1 = 4,7 fjF/16 V C2 = 1 M F / 1 6 V C3 = 47 nF/16 V T1 = BC547B T2,T3 = BC517 D 1 . . . D 3 = 1N5408 D4.D5 = 6,8 V zenerdiode, 400 m W D6 = 1N4001 D7 = LED 1 ELex-standaardprint formaat 1 Re1 = relais met twee inschakelkontakten (bijv. Siemens V23100-V7112-F104) Voor de voeding bovendien trafo: 12 V, 200 mA gelijkrichter: B40C1000 elko: 220 M F/25 V Kosten (zonder relais en voeding): ca. f 15,—
F/guur 2. De schakeling heeft niet veel toelichting nodig. Met de spanningsval die ontstaat over de beide dioden D2 en D3, wordt een vertragingsschakeling gestuurd. Deze is opgebouwd met twee transistoren en twee kondensatoren. Als de vertragingstijd verstreken is, gaat T3 geleiden, zodat het relais aantrekt. De twee gescheiden inschakelkontakten van het relais verbinden de luidsprekers pas met de eindtrap als het gevaar van de inschakelplop geweken is. Figuur 3. Vanwege de veiligheid monteren we de dioden op een afzonderlijke gaatjesprint. Het relais wordt op de zijwand gemonteerd, bij de luidsprekerklemmen. Figuur 4. De beveiligingsschakeling (zonder D1. . . D3, het relais en de voeding) kan eenvoudig op een Elex-print formaat 1 worden gemonteerd. elex -
7-25
van celsius naar volt: thermometer §i§ v de multimeter Simpele voorzetschakeling, waarmee een multimeter naar believen kan worden omgetoverd tot een nauwkeurige digitale thermometer. Het elektronisch meten van temperaturen is niet bijzonder moeilijk, maar het verkrijgen van een nauwkeurige uitlezing des te meer. Met een wijzerinstrument is het praktisch onmogelijk de aangegeven waarden af te lezen tot o p twee plaatsen achter de komma. Wat betreft de nauwkeurigheid voldoet een LED-balk bep a a l d niet beter en een digitaal display is tamelijk kostbaar. Daarom ligt het voor de hand de temperatuur uit te lezen met behulp van een reeds aanwezige LED- of LCD-meter. Bezitters van een digitale multimeter zullen het beamen: het grootste deel van de tijd ligt dit fraaie instrument ongebruikt op de plank of in de la. Men hoeft immers niet voortdurend spanningen, stromen of weerstanden te meten. Wie dus meer met zijn meter wil doen, bouwt de Elex thermometer-voorzet.
Elke bouwsteen thermometer
een
Tot ergernis van vele ontwerpers speelt de temperatuur in de elektronica een bijzonder belangrijke rol. Er is geen komponent te vinden waarvan de elektrische eigenschappen niet beïnvloed worden door de temperatuur. Vooral in de analoge techniek leidt dit tot grote problemen, want schommelingen in de omgevingsstemperatuur bemoeilijken het meten en verwerken van zeer kleine 7-26 -
elex
spanningen. Dat het ged r a g van elektronische schakelingen afhankelijk is van de temperatuur, kunnen we gemakkelijk vaststellen door een willekeurige audio-oscillator a a n te sluiten op een versterker. Als we met de hand of met een soldeerbout een van de onderdelen verwarmen (ongeacht welke), zal de frekwentie van de oscillator, en dus ook d e toonhoogte, telkens veranderen. Niet alle komponenten reageren even sterk o p temperatuurveranderingen. Bij het
elektronisch meten van temperaturen maakt men natuurlijk gebruik van een komponent die in hoge mate temperatuurgevoelig is. Deze wordt opgenomen in een schakeling waarvan de eigenschappen veranderen al naar gelang de temperatuur. De eenvoudigste vorm van een dergelijke schakeling is een spanningsdeler waarin één weerstand is vervangen door een NTC (-weerstand) of een PTC (dat zijn weerstanden waarvan de ohmse waard e bij stijgende tempera-
tuur bijzonder sterk af- of toeneemt). In onze schakeling maken we gebruik van het feit dat ook halfgeleiders temperatuurgevoelig zijn. De sensor, het IC LM335, bevat een geïntegreerde schakeling die zich gedraagt als een zenerdiode. De zenerspanning is recht evenredig met de absolute temperatuur, en verandert met 10 mV per g r a a d Celsius. Deze eigenschap maakt het mogelijk de temperatuur uit te lezen met behulp van een millivoltmeter. Als we d e komma even wegdenken, komt de numerieke waarde van het display overeen met de sensortemperatuur: 20 graden Celsius wordt bijvoorbeeld aangegeven als 200 mV. Dankzij deze samenhang kan d e opbouw van ons voorzet-apparaat eenvoud i g zijn: het moeizame instellen van de schaalfaktor (versterking) is niet nodig. Een offset-instelling kan echter niet gemist worden. Immers, een luchttemperatuur van 20 graden Celsius komt overeen met 293 Keivin (het absolute nulpunt ligt bij min 273 graden Celsius). Bij kamertemperatuur zal de uitgangsspanning van de sensor dus 2,93 volt bedragen; maar de waarde die we op de uitlezing willen hebben is 0,2 volt. Daarom moet van de sensorspanning nog 2,73 volt worden afgetrokken (figuur 1). Deze spanning wordt ingesteld met behulp van de potentiometer PI. De opamp, die geschakeld is als in-
8mA
icz 78L05
i
9V| 10 M 16V
• I __J
0
0—
(HSL
'1 F/guur 7. Behalve de sensor, die funktioneert als een zenerdiode, bevat de schakeling nog een opamp. Deze heeft voornamelijk tot doel, de sensorspanning te verminderen met een vaste waarde van 2,73 volt. Deze waarde komt overeen met de absolute temperatuur: nul graden Celsius is 273 Keivin.
5,5mA
Onderdeienlijst verzegeld met epoxy - hars
LM335
Figuur 2. De sensor laat zich het beste hanteren als men hem met behulp van wat vloeibare epoxy-hars (tweekomponentenlijm!) inbouwt in een plastic buisje. Gebruik afgeschermde kabel voor de verbinding met het voorzetapparaat.
verterende optel-versterker, zorgt er voor dat de sensorspanning verminderd wordt met de overtollige 2,73 volt. De aftrekking komt tot stand door o p te tellen en gelijktijdig te inverteren. Zoals blijkt uit het schema, is de sensor opgenomen in de negatieve tak van de voedingsspanning. Bij de negatieve sensorspanning wordt een positieve kompensatiespanning van 2,73 volt opgeteld; het resultaat hiervan is een negatieve spanning die overeenkomt met de temperatuur in graden Celsius. Door de inverterende werking van d e o p a m p wordt deze negatieve spanning omgezet
R1 = 10 kQ R2 = 18 kQ R3 = 3,3 kQ R4. . . R 6 = 47 kQ, 1 % R7 = 15 kQ P1 = 2,5-kQ-insteipotentiometer C1 = 10 f/F/6,3 V C2.C3 = 10 M F / 1 6 V IC1 = CA3140 IC2 = 78L05 IC3 = LM335 1 Elex-standaardprint formaat 1 Kosten (zonder batterijen en kast): ca. f 15,—
in een positieve, en daarmee is het gewenste doel bereikt. Omdat de referentiespanning van 2,73 volt altijd stabiel moet zijn, wordt ze afgeleid uit een 5-V-spanningsregelaar die geschakeld is tussen de batterij en de spanningsdeler. De voedingsspanning wordt geleverd door twee batterijen van 9 volt: een voor de positieve en een voor de negatieve tak. Het totale stroomverbruik is 15 mA, een redelijke waarde. De sensor kan met het voorzetapparaat worden verbonden via een afgeschermde kabel, zodat we ook o p ontoegankelijke plaatsen de temperatuur
kunnen meten. Door de sensor met de aansluitkabel in een klein kunststofbuisje te monteren en in te b e d d e n in epoxy-hars, ontstaat een handzame meetsonde (figuur 2). Het toelaatbare temperatuurbereik ligt tussen min 40 graden en plus 100 graden Celsius, wat voor de meeste toepassingen voldoende is. Negatieve temperaturen worden met negatieve waarden aangegeven. Nog een tip: let er bij het bouwen van de meetsonde op, dat de sensor niet wordt ingepakt in een dikke massa materiaal, want dit heeft tot gevolg dat d e reaktie van de sensor
traag wordt. Het duurt immers enige tijd voordat een materiaal de temperatuur van d e omgeving heeft a a n g e n o m e n . Deze eigenschap kan tot problemen leiden als men in korte tijd een aantal verschillende materiaal- of vloeistoftemperaturen wil meten. De schakeling kan ook worden toegepast in kombinatie met een analoge multimeter. Negatieve temperaturen kunnen in dat geval uitsluitend worden gemeten, als men de aansluitingen van de meetkabel verwisselt.
elex - 7-27
akku-fitness-centre L.
Tomezzoli
Met deze lader blijft de akku altijd in topkonditie. De akkuspannung wordt namelijk voortdurend in de gaten gehouden en zodra die spanning te veel daalt, wordt er automatisch bijgeladen. Voor wie het nog niet wist: loodakku's ontladen zichzelf. Omdat dit proces tamelijk lang duurt, merken we er meestal weinig van. De loodakku in onze auto, bijvoorbeeld, krijgt zelden langer dan een paar dagen rust, en wordt onderweg steeds bijgeladen. De problemen ontstaan pas als een loodakku enige weken ot maanden o p non-aktief staat, zonder dat hij wordt bijgeladen. Verval van krachten is dan onvermijdelijk. Een dergelijke situatie kan bijvoorbeeld optreden als de akku wordt toegepast in een voertuig dat men uitsluitend in een b e p a a l d seizoen gebruikt: een motorboot, een open auto ot een grasmaaimachine. Nu zal lang niet iedereen over dergelijk "speelgoed" beschikken, maar de loodakku kent ook meer gebruikelijke toepassingsgebieden: schuurverlichting, modelbouw, etc. Daarom vermoeden wij dat een eenvoudig na te bouwen akku-lader voor een groot deel van onze lezers interessant kan zijn. Voordat U verder leest nog even dit: voor nikkel-cadmium-akku's is deze schakeling absoluut niet geschikt!
Waar gaat het om? Er zijn twee manieren om een akku bij te laden: Kontinu laden, of wachten tot de akku geheel "leeg" is, en hem vervolgens weer opladen. Bij dit ontwerp bewandelen we een 7-28 -
elex
middenweg: zodra de spanning van de volle akku g e d a a l d is met precies 1 volt, wordt het laadapparaat automatisch ingeschakeld. De akku wordt d a n bijgeladen tot de akkuspanning weer met 1 volt gestegen is. Uit deze g a n g van zaken blijkt, dat er bij het inschakelen en het uitschakelen sprake is van verschillende drempelwaarden. Het begrip waar we op doelen is "hysteresis". Vooral bij schakelingen waarin getriggerd wordt als de ingangsspanning een bep a a l d e drempelwaarde bereikt, speelt de hysteresis een belangrijke rol. Dit
begrip duidt aan, dat bij stijgende of dalende ingangsspanning de drempelwaarden niet gelijk zijn. Het l a a d a p p a r a a t wordt in- en uitgeschakeld door middel van een relais dat zich in de netspanningsleiding van het voedingsdeel bevindt.
Het
schema
Voor een vlot begrip lezen we het schema (figuur 1) van rechts naar links. Rechts is de loodakku getekend. De schakeling die over de akkuspanning waakt, wordt uit de akku gevoed. De twee transis-
toren vormen samen met de zenerdiode D3 een "trigger-met-hysteresis". Zodra de akkuspanning lager wordt d a n 12,6 volt, trekt relais Re1 aan. Via de trafo en d e bruggelijkrichter wordt de akku dan bijgeladen. Als de spanning gestegen is tot 13,6 volt, schakelt de trigger weer om, zodat het relais afvalt. Daarna zal het enige d a g e n of weken duren voor de schakeling weer in aktie komt. Sommige lezers zullen zich afvragen waarom zich achter de bruggelijkrichter geen bufferelko bevindt. De taak van die elko wordt echter door de akku vervuld. In natuurkundig opzicht bezit deze namelijk dezelfde eigenschappen als een grote kondensator.
Af regeling
9.A
1
Het instellen van de schakeldrempels vereist enige zorgvuldigheid. De werkspanning van een zenerdiode komt niet altijd overeen met de opgestempelde (nominale) spanning, want de toleranties zijn nogal ruim. Als de zenerspanning van het toegepaste exemplaar niet hoog genoeg is, kan men dit korrigeren door een (of meerdere) gewone silicium-dioden in serie te schakelen met de zenerdiode. De spanning stijgt dan met 0,6 V per diode. Let g o e d op de polariteit van de serie-dioden: ze moeten in doorlaatrichting geschakeld worden (zie schema: *).
Onderdelenlijst R1 = 10 kQ R2 = 22 Q P1 = 100 Q, instelpotentiometer T1 T2
I
BC547B BC137/139
D1 = LED D2 = 1N4148 D3 = 12 V zenerdiode, 400 m W D4 = 1N4148 (zie tekst)
12V
i 12V l
F1 = zekering 1 A, traag F2 = zekering 10 A, traag
_L I
0
Q-
Re1 = relais 12 V, 330 ohm, schakelstroom 10 A (bijv. Siemens V23127-A0002-A101) B1 = bruggelijkrichter B40C10000 T r i = trafo 12 V / 5 A 1 Elex-standaardprint formaat 1 Kosten (zonder trafo en relais)
ca.: / 2 0 , -
Of de toegepaste dioden de juiste drempelwaarde opleveren, kunnen we als volgt vaststellen. Eerst wordt de akku vervangen door een instelbare spanningsbron die exakt 12,6 volt kan leveren. Men stelt deze spanning in, door te beginnen bij een waarde die iets hoger ligt, en vervolgens de spanning te verminderen. Als het relais aantrekt bij een waarde van precies 12,6 volt, is de onderste schakeldrempel korrekt ingesteld. Belangrijk: tijdens deze afregeling m a g d e netsteker van trafo Tr1 niet in het stopkontakt zitten. De bovendrempel van d e hysteresis wordt ingesteld met P1. De juiste instelling van P1 kan worden gevonden door de waarde van de spanningsbron langzaam o p te voeren. De instelling is korrekt als het relais afvalt bij 13,6 volt. Zo niet, d a n moet P1 worden bijgesteld. De LED geeft a a n dat er geladen wordt. Als d e stroom door de relaisspoel wordt verbroken, ontstaat door d e zelfinduktie van de spoel een spanningspiek. Deze wordt onschadelijk gemaakt door D2. Verder willen we er nog op wijzen, dat deze schakeling niet geschikt is
voor het laden van akku's die bijna leeg zijn: de spanning moet minimaal 10 volt bedragen, want bij een lagere waarde spreekt het relais niet meer betrouwbaar aan. Overigens kan deze schakeling ook worden ingezet als uitbreiding voor een l a a d a p p a r a a t dat kant en klaar gekocht is (simpele akkuladers worden soms zo goedkoop aangeboden dat zelfbouw nauwelijks loont). Zeer belangrijk: vergeet de beide zekeringen niet!
Hoe het werkt De serieschakeling van de zenerdiode en de basisemitter-diode van T1, geleidt uitsluitend als de akkuspanning hoger is d a n 12,6 volt. Als d e spanning lager is d a n deze waarde, blijft de basis van T1 stroom loos, zodat deze transistor nog niet meedoet. Via R1, de basis van T2, R2 en P1 loopt echter een stroom naar massa. Deze stroom maakt T2 geleidend, zodat door T2 ook een kollektorstroom kan vloeien. Door de kollektorstroom trekt het relais a a n ; er wordt nu geladen en LED D1 licht dus op. Door d e emitterstroom van
T2 (die ongeveer even groot is als de kollektorstroom) ontstaat over de weerstanden R2 en P1 een spanningsvol waarvan de waarde b e p a a l d wordt door de stand van P I Deze spanning is tevens de voorspanning voor de emitter van T1. Het zal nu duidelijk zijn, dat de keten zenerdiode/basis-emitterdiode pas gaat geleiden als de akkuspanning groter wordt d a n deze voorspanning plus 12,6 volt. Door deze eigenschap kunnen we de bovenste schakeldrempel, en dus ook de hysteresis, instellen met behulp van P1. Als de akkuspanning de bovengrens heeft bereikt, ontvangt T1 basisstroom. Omdat T1 nu g a a t geleiden en met zijn kollektorstroom de basisspanning van T2 o m l a a g trekt, zal T2 g a a n sperren. Hierdoor valt het relais af. Bijgevolg daalt ook d e spanning over R2/P1 tot bijna nul. T1 blijft geleiden tot d e akkuspanning ged a a l d is tot de onderste drempelwaarde, en het relais blijft zolang uitgeschakeld. De weerstanden in de gemeenschappelijke emitterleiding geven dus a a n deze schakeling de gewenste mate van hysteresis.
Figuur 1. Voor een goed begrip lezen we het schema van rechts naar links: de schakeling die over de akkuspanning waakt, wordt door de akku gevoed. Deze deelschakeling is een drempelwaardeschakelaar die een relais in- of uitschakelt, al naar gelang de akkuspanning. De relaiskontakten schakelen het laadapparaat (Tri, BIJ in. Simpel, nietwaar? Figuur 2. Het relais kan op de print worden gemonteerd, maar omdat het netspanning voert, is dat niet aan te bevelen. Doe dit dus uitsluitend als het echt niet anders kan. In dat geval is het vanwege de veiligheid beslist noodzakelijk, dat men tussen de 220 V-aansluitingen en de rest van de schakeling drie printsporen weghaalt. Alle printsporen die de (hoge) laadstroom voeren moeten worden versterkt door op de sporen dik koperdraad te solderen (het gaat hier om de verbindingen van de gelijk richter — plus en min — naar de uitgangsklemmen, en om de sporen die naar de zekering F2 leiden).
elex - 7-29
lichtmeter met zonnecellen Zonnecellen zetten licht om in elektrische stroom. Da's een prima manier om energie te winnen. En een prima manier om licht te meten. De bouwbeschrijving die bij dit artikel hoort, neemt maar een paar regeltjes in beslag: "Men neme een zonnecel, een segment van een achtste cirkel (straal 38 mm) is groot genoeg. Dit wordt op een stukje karton geplakt, dat op zijn beurt achterop d e koker van een rol toiletpapier wordt vastgemaakt. Tenslotte sluiten we een universeelmetertje (100 ^Astroombereik) a a n en onze eenvoudige lichtmeter is klaar (figuur 1)." En wat meten we daar nu eigenlijk mee? Om precies te zijn: de verlichtingssterkte. Dat is de lichtstroom die op een b e p a a l d e oppervlakte valt. Het begrip verlichtingssterkte komt voort uit het voor de hand liggende feit dat het wel degelijk verschil maakt of een b e p a a l d e hoeveelheid licht op een groot of o p een klein oppervlak valt (zie kader). Bij onze lichtmeter is dit oppervlak dus de zonnecel. Omdat
bij het fotograferen de film en bij het afdrukken het papier eveneens een vlak vormen, is de stroom die de zonnecel levert een maat voor de belichting (nadat d e meter geijkt is, natuurlijk). De gemeten stroom is gelukkig evenred i g met d e verlichtingssterkte. De grafiek van figuur 2 laat zien hoe groot de stroom (in mA) is bij verschillende waarden van d e verlichtingssterkte (in kW per m2): dit is een kaarsrechte lijn. Omdat in het dagelijks leven d e verlichtingssterkte tussen ruime grenzen kan variëren (op een zonnige d a g is het buiten wel 1000 of meer keer helderder d a n binnen), zal ook de afgegeven stroom sterk variëren, tussen enkele mikro-ampères en enkele milli-ampëres. Dergelijke helderheidsverschillen worden door het menselijk o o g niet zo extreem waargenomen, omdat dit logarithmisch werkt. Een
verdubbeling van d e helderheid wordt 's nachts even intens waargenomen als overdag, hoewel d e absolute hoeveelheid licht overdag natuurlijk veel groter is. De belastingskarakteristiek van figuur 3 geldt voor één b e p a a l d e verlichtingssterkte. Elke waarde hiervan heeft een eigen kromme! Terzijde: de belasting van de zonnecel is pure energieverspilling, maar het moet wel om een rechte meetkarakteristiek te verkrijgen (zie nogmaals figuur 2). Omdat energie het produkt is van spanning, stroom en tijd, maar de spanning bij kortsluiting nagenoeg nul volt is, levert de cel nauwelijks energie. Als het dus om energiewinning gaat, moet het "werkpunt" van de cel gekozen worden in de buurt van de "knik" in de grafiek. De kartonnen koker beschermt de meter tegen van opzij invallend licht —
Figuur 1. Zonnecel, kartonnen koker en multimeter — kortom een eenvoudige lichtmeter. Figuur 2. Hoe sterker het licht, des te meer stroom levert een zonnecel. De stroom is evenredig met de verlichtingssterkte.
2 mA
| m
'ja in
t
60 - - t - -
,0
03
04
~t~ _ t""
Q5
06
07
Q8
09
1 kWm' 2
verlichtingssterkte
7-30 — el ex
3
45
4
Figuur 3. Hoe meer stroom door een zonnecel wordt geleverd, des te kleiner wordt de spanning tussen de aansluitingen.
°
KmA) 100 i i
90 80 —
70
Figuur 4. Het gezichtsveld van de lichtmeter hangt af van de lengte van de koker.
meetstroom bij een klemspanning van 200 mV
601 kortsluitstroom
^ ^ 50
o>
40
\ x
30
8
/ \ 7/x f
e»
•>
—
— • • —••
— *> —
1", " 1 " of " = 1 " genoteerd. Daardoor blijven de tekeningen internationaal bruikbaar èn blijft de aansluiting op de in het elektronica-onderwijs toegepaste officiële tekenmethoden gehandhaafd. Elex
MEN
operationele versterker (opamp)
r>fototransistor (NPN) met en zonder basisaansluiting | T ) —
•ëf -"ëf
Fotodiode is eigenlijk een omgekeerde LED; in plaats van licht te geven ontvangt deze diode licht en levert een lichtafhankelijke stroom. Prijs: vanaf ca. f 2,50.
4.
44^
Kapaciteitsdiode is een diode die, in sperrichting aangesloten, zich als een kondensator gedraagt. De kapaciteit van de kondensator is afhankelijk van de spanning over de diode: een spanningsafhankelijke kondensator dus. Prijs: vanaf ca. f 1, — .
N-kanaal J-FET
8.
-cr> *
JO-NAND-poort (NEN-poort)
jo—
P-kanaal J-FET
Andere aktieve k o m p o n e n t e n
I »1 y—
zijn o.a. de thyristor, de diac en de triac. De thyristor is een diode die met een stuurstroom (gatestroom) in geleiding gebracht kan worden. De triac werkt als een thyristor, maar dan voor wisselstroom. De diac spert in beide richtingen maar komt boven een bepaalde spanning volledig in geleiding.
J ^ r S o - N O R - P o o r t (NOF-poort)|
OR-poort (OF-poort)
"
JJ - iN-EXOR-poort (EX-OF-poort) I
MW^ thyristor
7-58 — elex
1
AND-poort (EN-poort)
't
—\T77V_ —rl
*/
EXNOR-poort (EX-NOF-poort)
|—
|o—
=
|
| " 1 L__ J
y .dn UW\>5? voor computer-doe-het-zelvers Tot nu toe zijn er 3 delen in deze serie over zelfbouw-computers verschenen. Deel 4 verschijnt in september. Hieronder wordt in het kort de inhoud van de verschillende bladen vermeld: Voor alle computings geldt: f 18,75/Bfrs. 370 (verzendkosten f 2,50/Bfrs. 50)
elektuur computing nr. 1 De complete hard- en software beschrijving van de Octopus 65 treft u in deze computing aan: de CPU-kaart, de VDU-kaart, de DRAM-kaart, de FCU-kaart, diskette-software, menu, BASIC-kommando's, de wordprocessor, DOS-kommando's, sekwentiële en random files, het monitorprogramma, werken met de assembier en waar vinden we wat in het DOS? Verder staan er nog een aantal programma's in: een beheer- en sorteerprogramma voor adressen, een disk-initialiseringsprogramma en nog een artikel met als titel: hoe komt men aan software?
elektuur computing nr. 2 Deel 2 van onze computer-serie bevat software-uitbreidingen voor de Octopus 65. Hierin wordt ook een nieuwe machine besproken: de Big Board II. Hiervan kunt u de volledige hard- en software beschrijvingen in dit deel aantreffen. Vervolgens staan er nog C64-uitbreidingen en een IBM compatible floppy-controller in. Ook zijn er weer programma's opgenomen voor blokgrafieken en voor het converteren van getallen. Artikelen met als onderwerpen 8 of 16 bits?, 68000-processor en de opvolgers in de 65xx-serie houden u op de hoogte van de recentste ontwikkelingen op computer-gebied.
elektuur computing nr. 3 Deel 3 van de computing-reeks is ons 68000-nummer. Wat hardware betreft, treft u het volgende aan: harddisktechnologie, harddisk bij de Big Board II, EC-68K deel 1, EC-68: de ELEKTUUR-Flex-computer, IBM-PC-compatible kleurenkaart, EC-65 SRAM-kaart. De software artikelen gaan over de EC-68K deel 2, operating-system voor de Flex, Flex-utilities, graficssoftware, EC-65: BASICplus, EC-65: de tracer. Ook hier weer programma's: grafics programma's. De wetenswaardige artikelen gaan dit keer over: de 68000 kort en bondig, BASIC intern en de opvolgers.
elektuur computing nr. 4 In september verschijnt deel 4, maar u kunt deze aflevering nu al reserveren. De hardwareonderwerpen die in dit nummer staan handelen over een andere zelfbouwcomputer, de EC-65K: de 65xx(x)-CPU-kaart, de PSIO-RTC-kaart. Verder nog een EC-68K EPROMsimulator, 6502 klokomschakeling en een harddisk bij een PC. Wat programma's en software betreft is deze computing rijkelijk voorzien: EC-65K-Software, EC-65: ASS114, EC-65: EDMO, Flex-software-overzicht, Flex-diagnostics, PASCAL tekstverwerker, Full-screen-editor en een astrologie programma.
BESTELLEN 7-60 -
elex
U kunt deze elektuur computings in u w bezit krijgen door gebruik te maken van de bestelkaart elders in dit blad, of door het bedrag van de special(s) over te maken op gironummer 124.11.00 (voor België op PCR 000-017-7026-01) t.n.v. Elektuur b.v. te Beek (L) onder vermelding van de titel. Of door gebruik te maken van onze databank tel: 04402-71850. Verzend- en administratiekosten f 2,50/Bfrs. 50,—
advertentie